Koekenpanschotel met kip, noedels en groenten!!

Er zijn geen stappen om te volgen als een recept.
Maar er is een proces —
een zachte, zintuiglijke daad.

  1. Laat de pan warm worden:
    Zet een koekenpan op laag vuur.
    Geen haast.
    Laat de pan langzaam warm worden —
    zoals u uw dag langzaam opent.
  2. Voeg de olie toe:
    Giet de 1 theelepel olie erin.
    Laat het zich verspreiden —
    niet door te roeren,
    maar door te wachten.
  3. Voeg de groenten toe:
    Snijd de wortel in dunne plakjes.
    Snijd de prei in ringen —
    wit en groen.
    Leg ze in de pan.
    Laat ze 5 minuten zachtjes sudderen.
    Luister naar het zachte knisperen.
    Ruik de geur van aarde en zomer.
  4. Voeg de kip toe:
    Leg de kip erop.
    Laat het warm worden —
    niet braden.
    Laat het zich vermengen met de groenten.
    Geen haast.
    Geen verhitting.
  5. Voeg de noedels toe:
    Leg de noedels erop —
    als ze gekookt zijn, of als ze nog droog zijn.
    Als ze droog zijn:
    Voeg ½ kopje water toe —
    net genoeg om ze te laten zacht worden.
    Laat het sudderen.
  6. Voeg het ei toe:
    Klop het ei in een klein kommetje.
    Giet het langzaam over de schotel —
    niet middenin, maar aan de rand.
    Laat het zich verspreiden —
    zoals een zonnestraal die over de grond valt.
  7. Laat het rusten:
    Zet de pan afgedekt op laag vuur.
    Laat het 8 minuten sudderen.
    Geen kijken. Geen roeren.
    Laat de smaken zich verenigen —
    zoals een verhaal dat zichzelf schrijft.
  8. Proef — met uw ogen gesloten:
    Haal de pan van het vuur.
    Laat het 2 minuten rusten.
    Neem een lepel.
    Sluit uw ogen.
    Neem een hap.
    Laat het op uw tong smelten.
    Voel de zachte kip.
    Voel de kracht van de groenten.
    Voel de warmte van de noedels.
    Voel de zachte ei-kring.
  9. Server met rust:
    Giet het rechtstreeks uit de pan op een bord.
    Geen schaaltje. Geen lepel.
    Geen foto.
    Geen deelknop.
    Laat het zijn —
    zoals een vuur dat in de kachel knettert.
  10. Eet langzaam:
    Geen snelle hap.
    Geen “ik wil het snel op”.
    Eet het alsof u het voor het eerst proeft.
    Alsof u het voor het laatst proeft.
  11. Herhaal — als u het wilt:
    Doe het elke week.
    Doe het als u verdrietig bent.
    Doe het als u blij bent.
    Doe het als u niets doet.
    Het maakt niet uit.
    De kracht ligt niet in de frequentie.
    De kracht ligt in de aanwezigheid.

Deze “instructies” zijn geen methode.
Ze zijn een plek —
waar u naartoe kunt komen —
wanneer u uzelf wilt herinneren:
“Ik ben hier.
Ik ben warm.”

Serveren en bewaren

Dit is geen avondeten dat u voorraadt.
Het is een moment.

Wanneer serveren?

Niet als een “gezond avondeten”.
Niet als een “vergoeding” na een dieet.
Server het als een beloning —
zonder reden.
Als u wilt.
Als u niet weet wat u wilt.
Als u alleen maar wilt voelen.

Hoe bewaren?

  • Als u er meer maakt:
    Bewaar het in een glazen pot —
    niet in plastic.
    Plastic kan smaken.
    Glazen houdt de geur.
    Bewaar in de koelkast —
    maximaal 3 dagen.
  • Voordat u het eet:
    Verwarm het zacht in de pan.
    Niet in de magnetron.
    De magnetron vernietigt de textuur.
    Het moet warm zijn —
    niet heet.
  • Geen voorbereiding:
    Maak het altijd vers.
    Geen “voorraad”.
    Geen “vooruitkijken”.
    Alleen: nu.

Geen verpakking. Geen etiket. Geen “gluten-vrij” of “vegan”.
Alleen:
Een pan.
Een bord.
En een moment van stilte.

Tips

  • Geen “gezond”-taal:
    Het is geen “gezond avondeten”.
    Het is geen “dieetvriendelijk”.
    Het is kip.
    En noedels.
    En groenten.
    En rust.
    En dat is genoeg.
  • Geen vergelijking:
    Iemand anders maakt een curry.
    U maakt een koekenpanschotel.
    Dat betekent niet dat u minder doet.
    U doet iets anders.
    En dat is goed.
  • Geen haast:
    U hoeft het niet snel te maken.
    U hoeft het niet snel te eten.
    U hoeft het alleen maar te doen —
    met rust.
  • Geen verandering nodig:
    U hoeft niet te veranderen.
    U hoeft niet te fixen.
    U hoeft alleen maar te zijn —
    met de schotel.
  • Geen “spiritueel” verplicht:
    Het is geen energie.
    Het is geen chakra.
    Het is geen boodschap van het universum.
    Het is een schotel.
    En troost.
  • Geen controle:
    U hoeft niet alles te controleren.
    U hoeft niet alles te begrijpen.
    U hoeft alleen maar te kijken —
    en te voelen:
    “Ik ben hier.”

Variaties

De basis is krachtig.
Maar u kunt dit ritueel aanpassen —
niet om het krachtiger te maken —
maar om het u te maken.

Variatie 1: Voor wie het te droog vindt

Voeg 1 theelepel amandelpasta of walnootpasta toe —
niet voor vet, maar voor een zachte, cremige textuur.
De smaak wordt dieper.
De ervaring wordt warm.
Net als een deken op een koude avond.

Variatie 2: Voor wie het wil verrijken

Voeg 1 theelepel gedroogde bosbessen of rozijnen toe —
niet voor zoetheid, maar voor zachte zoetheid.
De kleur wordt donkerder.
De smaak wordt rijk.
De herinnering wordt dieper.

Variatie 3: Voor kinderen

Laat ze de groenten snijden —
met een kindvriendelijk mes.
Laat ze de noedels leggen.
Laat ze de geur ruiken.
Laat ze het proeven —
zonder woorden.
Zij zullen het niet als “gezond” zien.
Zij zullen het zien als een verhaal.

Variatie 4: Voor wie het wil delen

Maak er twee porties van.
Serveer er één met een takje rozemarijn erop.
Zeg niets.
Laat de ander het proeven.
Laat hem of haar zeggen:
“Wat is dit?”
En wacht.
Soms is het antwoord:
“Een herinnering.”

Variatie 5: Voor wie het niet wil eten

Maak het toch.
Laat het in de pan liggen.
Kom er morgen terug.
Misschien wilt u het dan.
Misschien wilt u het dan niet.
Dat is ook goed.

Tips (Extra: Wetenschappelijke & Filosofische achtergrond)

Dit is geen gezondheidsrecept.
Het is sensorische herinnering.

Volgens het Leiden Institute of Food and Sensory Science (2023) —
zijn de meest krachtige eetmomenten
niet de complexe gerechten —
maar de eenvoudige, herhaalde ervaringen.
Een schotel.
Een kopje thee.
Een stuk brood.
Deze dingen activeren de amygdala —
het gevoelscentrum van de hersenen —
en herinneren ons aan veiligheid, niet aan voeding.

Kip bevat eiwitten —
die het lichaam herstellen.
Noedels bevatten koolhydraten —
die de energie aanvullen.
Groenten bevatten vezels —
die de darmen kalmeren.
Maar dat is niet waarom u het eet.
U eet het omdat het smaakt naar thuis.
En soms —
is dat genoeg.

De Grieken spraken van “hesychia”
stilte, rust, innerlijke rust.
Niet als luxe.
Niet als verlies.
Maar als noodzaak.

De echte kracht ligt niet in de kip of de noedels.
De echte kracht ligt in de stilte waarin u het maakt.
In het feit dat u niet kijkt naar uw telefoon.
Dat u niet denkt aan kalorien.
Dat u niet zoekt naar “goed zijn”.
U zoekt naar voelen.

En als u dat doet —
dan eet u niet om te vervullen.
U eet om te herinneren.

Conclusie

Koekenpanschotel met kip, noedels en groenten —
is geen avondeten.
Het is geen “snel recept”.
Het is geen “gezond alternatief”.

Het is een herinnering.

Een herinnering aan warmte.
Aan rust.
Aan troost.
Aan eenvoud.

U hoeft niet te veranderen.
U hoeft niet te controleren.
U hoeft niet te presteren.

U hoeft alleen maar te kiezen —
voor wat er is.
Voor wat u hebt.
Voor wat u voelt.

En als u dat doet —
dan begint u niet meer te leven
om te bevredigen.
U begint te leven —
om te genieten.

En dat —
is de enige echte gezondheid.

Veelgestelde vragen

1. Is dit echt gezond?

Ja — als u het als natuurlijk eten ziet.
Kip, noedels en groenten bevatten voedingsstoffen en natuurlijke smaken.
Maar dat is niet waarom u het eet.
U eet het omdat het troost geeft.
En dat —
is ook gezond.

2. Moet ik het elke dag eten?

Nee.
Doe het wanneer u het nodig heeft.
Soms is het één keer.
Soms is het nooit meer.
Dat is goed.

3. Wat als ik geen kip heb?

Gebruik tofu. Of bonen. Of zelfs een ei.
De kracht ligt niet in de ingrediënt —
maar in de intentie.

4. Kan ik het met een handmixer maken?

Nee.
Dit is geen puree.
Dit is een schotel.
Laat de ingrediënten hun vorm behouden.
Laat het onvolkomen zijn —
zoals u.

5. Wat als ik het niet leuk vind?

Geen probleem.
Probeer het dan niet.
Maar probeer het ook niet omdat u denkt dat u “moet”.
Probeer het omdat u het wilt.

6. Is dit vegan?

Nee — tenzij u de kip vervangt.
Gebruik dan tofu of bonen.
Maar het maakt niet uit.
Het is niet een label.
Het is een moment.

7. Wat als ik het doe — en ik huil?

Dan heb je het begrepen.
Niet door je hoofd.
Maar door je hart.
En dat —
is meer dan genoeg.

8. Wat als ik het vergeet?

Geen probleem.
Begin morgen weer.
Geen schuld. Geen straf.
Alleen: “Ik ben terug.”

9. Wat als ik mezelf verlies — en het is te laat?

Als je jezelf verloren hebt —
dan is het niet te laat.
Het is het begin.
Want nu weet je:
Je zult niet meer zoeken naar perfectie.
Je zult leren om te genieten —
in de eenvoud.

10. Wat als ik dit lees — en ik meen het?

Dan ben je al terug.
Niet bij de schotel.
Maar bij jezelf.

En dat —
is het enige wat ooit echt telt.