- Kook de bloemkoolroosjes 8 minuten in gezouten water. Afgieten en laten uitlekken.
- Smelt de boter in een pan, voeg de bloem toe en roer 1 minuut.
- Schenk langzaam de melk erbij en roer tot een gladde bechamelsaus ontstaat.
- Voeg de room, zout, peper en een snuf nootmuskaat toe.
- Leg de bloemkool in een ovenschaal, verdeel de garnalen en sint-jakobsschelpen erover.
- Giet de saus erover en bestrooi met geraspte kaas.
- Bak 20–25 minuten op 190°C tot goudbruin.
Serveren en bewaren
Serveer warm met rijst, brood of een frisse salade. Bewaar resten maximaal 2 dagen in de koelkast en warm zachtjes op in de oven.
Tips
- Voeg een scheutje witte wijn toe aan de saus voor extra diepgang.
- Gebruik verse zeevruchten voor het beste resultaat.
Variaties
- Vervang bloemkool door broccoli of prei voor een andere twist.
- Voeg zalmblokjes toe voor een rijkere versie.
Tips
- Bestrooi met paneermeel voor een krokantere gratin.
- Werk af met citroenrasp voor extra frisheid.
Conclusie
Deze gratin van garnalen, sint-jakobsschelpen en bloemkool is romig, delicaat en verrassend makkelijk te bereiden. Een perfecte combinatie van comfort en elegantie.
Veelgestelde vragen
Kan ik diepvriesgarnalen gebruiken?
Ja, laat ze wel volledig ontdooien en goed uitlekken.
Kan ik de room weglaten?
Dat kan, maar de saus wordt iets minder romig.
Welke kaas is het beste?
Gruyère geeft de mooiste gratinkorst, maar emmental of cheddar kunnen ook.
