Er zijn geen stappen om te volgen.
Maar er is een proces —
een zachte, stille observatie.
- Laat de “lijst” los:
Vergeet de titel.
Vergeet de angst.
Lees niet om te controleren of u “slecht” bent.
Lees om te kijken:
“Wat doet mijn lichaam?” - Herken de gewoonte — niet als fout, maar als reactie:
“Ik eet ‘s avonds iets” —
misschien omdat u overdag weinig at.
“Ik kijk mijn telefoon tot laat” —
misschien omdat u overdag geen rust had.
“Ik slaap onregelmatig” —
misschien omdat u zich niet veilig voelt.
Geen oordeel.
Alleen: “Wat probeert mijn lichaam te zeggen?” - Let op het patroon — niet het moment:
Eén keer chips ‘s avonds = geen risico.
Drie keer per week, met stress, met weinig slaap, met weinig beweging —
dat is een patroon.
Zie het als een stroom —
niet als een enkele druppel. - Voel de context:
Wanneer doet u dit?
Na een drukke dag?
Na een ruzie?
Als u zich alleen voelt?
De nacht is geen tijdstip —
het is een gevoel.
Wat voelt u als u deze gewoonte doet? - Laat de gewoonte rusten:
Geen actie.
Geen verandering.
Geen plan.
Laat het zijn —
zoals een regenbui die voorbijgaat. - Herinner uzelf aan het lichaam:
Uw lever werkt ’s nachts.
Uw pancreas produceert insuline.
Uw cortisol (stresshormoon) daalt.
Als u laat eet, als u licht ziet, als u stress voelt —
dan verstoort u dat proces.
Niet omdat u “slecht” bent.
Maar omdat u het niet weet. - Laat het rusten:
Ga naar bed.
Sluit uw ogen.
Laat de gedachten voorbijgaan.
Zeg niet: “Ik moet het veranderen.”
Zeg: “Ik zie het.” - Herhaal dit — als u het nodig heeft:
Doe het niet als een routine.
Doe het als een herinnering:
“Mijn lichaam probeert me te zeggen iets.
Ik hoef het niet te fixen.
Ik hoef het alleen te zien.”
Deze “instructies” zijn geen methode.
Ze zijn een plek —
waar u naartoe kunt komen —
wanneer u zichzelf wilt verliezen —
en weer wilt vinden.
Serveren en bewaren
Dit is geen resultaat.
Het is een herinnering.
Wanneer serveren?
Wanneer u ’s avonds een gewoonte doet —
en u voelt:
“Ik zou het niet moeten doen.”
Wanneer u de volgende ochtend moe bent —
en u denkt: “Wat heb ik gedaan?”
Wanneer u het gevoel heeft dat u uw lichaam “vergeten” bent.
Server het als een warme thee —
die u voor uzelf zet —
zonder erom te vragen.
Hoe bewaren?
- Schrijf het op:
Schrijf:
“Ik deed dit ‘s avonds.
Ik voelde: …
Ik dacht: …
En wat ik nu weet:
Ik probeerde rust te vinden —
en ik vond een gewoonte.” - Bewaar het in een plek die u ziet:
Op uw nachtkastje.
In uw dagboek.
Onder uw kussen.
Niet als een waarschuwing.
Als een herinnering:
“Ik ben niet slecht.
Ik ben mens.” - Geen delen:
Deel dit niet op social media.
Niet omdat het “geheim” is.
Maar omdat het te diep is —
en omdat het alleen werkt
als het niet wordt getoond. - Geen “eindresultaat” verwachten:
U zult niet “over” zijn.
U zult niet “veranderd” zijn.
U zult leren —
hoe u met uw lichaam omgaat —
zonder het te straffen.
Geen ritueel. Geen ketting. Geen kruiden.
Alleen:
Een nacht.
En u.
Tips
- Geen schuld:
Uw gewoontes zijn geen fouten.
Ze zijn aanpassingen.
Ze zijn overlevingsstrategieën —
ontwikkeld in een wereld die te snel is. - Geen vergelijking:
Iemand anders slaapt 8 uur.
U slaapt 6.
Dat betekent niet dat u “slechter” bent.
Uw lichaam heeft zijn eigen ritme.
Respecteer het. - Geen haast:
U hoeft niet alles te veranderen.
U hoeft niet morgen te beginnen.
U hoeft alleen maar te zien —
en te voelen. - Geen “gezondheidscultuur”:
Geen “ik moet slapen”, “ik moet eten”, “ik moet stoppen”.
Geen perfectie.
Geen controle.
Alleen:
“Wat voelt goed voor mij?” - Geen “risico”-taal:
“Risico op diabetes” is een medische term —
geen levensbeschrijving.
Het betekent niet: “Je bent op weg naar een ziekte.”
Het betekent: “Je lichaam is onder druk.” - Geen controle:
U hoeft niet alles te controleren.
U hoeft niet alles te fixen.
U hoeft alleen maar te kijken —
en te voelen:
“Ik ben hier.”
Variaties
Deze observatie is flexibel.
U kunt hem aanpassen —
niet om het krachtiger te maken —
maar om het u te maken.
Variatie 1: Voor wie ‘s avonds eet uit stress
Herhaal dit:
“Wat als ik niet eet omdat ik honger heb —
maar omdat ik rust nodig heb?
Wat als ik een hapje zoek —
niet voor mijn maag,
maar voor mijn hart?”
Variatie 2: Voor wie ‘s avonds scrolt
Herhaal dit:
“Wat als ik mijn telefoon niet gebruik —
omdat ik niet kan slapen —
maar omdat ik niet kan stil zijn?
Wat als het niet om slaap gaat —
maar om rust?”
Variatie 3: Voor wie onregelmatig slaapt
Herhaal dit:
“Wat als mijn slaap niet onregelmatig is —
maar juist aanpassend?
Wat als ik niet slaap —
omdat ik overdag niet durf te rusten?”
Variatie 4: Voor wie zich schaamt
Herhaal dit:
“Ik heb geen diabetes.
Ik heb geen risico.
Ik heb gewoon een lichaam —
dat probeert te overleven in een wereld
die nooit stil is.”
Variatie 5: Voor wie het niet gelooft
Herhaal dit:
“Wat als het niet over diabetes gaat?
Wat als het over mij gaat?
Wat als het niet over wat ik doe —
maar over hoe ik naar mezelf kijk?”
Tips (Extra: Wetenschappelijke & Filosofische achtergrond)
Dit is geen gezondheidstips.
Het is chronobiologie in de keuken.
Volgens het Leiden Institute of Chronobiology (2024) —
is het risico op type 2-diabetes niet alleen afhankelijk van gewicht of voeding.
Het is ook afhankelijk van:
— lichtexpositie ‘s avonds (telefoon, lampen) → remt melatonine → verstoort insuline
— slaaptekort → verhoogt cortisol → verhoogt bloedsuiker
— onregelmatige eettijden → verstoort de circadiaire ritme van de lever
— stress → verhoogt vetopslag in de buik → verhoogt insulineresistentie
Maar —
deze factoren zijn geen “fouten”.
Ze zijn reacties.
Op een wereld die nooit stil is.
Op een leven waarin we geen tijd hebben om te rusten.
Op een cultuur die ons leert:
“Je moet meer doen.
Je moet beter zijn.
Je moet controleren.”
De Grieken spraken van “sophrosyne” —
de kunst van het matig zijn.
Niet van het perfectioneren.
Niet van het optimaliseren.
Maar van het in balans zijn.
De echte kracht ligt niet in het “stoppen” van gewoontes.
De echte kracht ligt in het begrijpen van waarom ze bestaan.
Uw lichaam zegt niet: “Je bent slecht.”
Het zegt: “Ik probeer te overleven.”
En als u dat hoort —
dan hoeft u niet te veranderen.
U hoeft alleen maar te luisteren.
Conclusie
U hoeft niet bang te zijn voor diabetes.
U hoeft niet te schamen voor uw nachtelijke gewoontes.
U hoeft niet te proberen “perfect” te zijn.
U hoeft alleen maar te kijken —
met rust, met liefde, met nieuwsgierigheid.
Deze gewoontes zijn geen tekens van falen.
Ze zijn tekens van overleving.
Ze zijn de manier waarop u —
in een drukke wereld —
probeert te rusten.
Als u ‘s avonds eet —
dan zoekt u troost.
Als u ‘s avonds scrolt —
dan zoekt u afleiding.
Als u ‘s avonds niet slaapt —
dan zoekt u veiligheid.
En als u dat ziet —
dan hoeft u niet te veranderen.
U hoeft alleen maar te zeggen:
“Ik zie je.
Ik begrijp je.
Ik ben hier.”
En als u dat doet —
dan verandert uw lichaam.
Niet omdat u het probeert.
Maar omdat u het eindelijk laat zijn.
Diabetes is geen straf.
Het is een signaal.
En het signaal is niet: “Je bent slecht.”
Het is: “Je bent moe.
Je bent overbelast.
Je bent niet alleen.”
U hoeft niet alles te fixen.
U hoeft alleen maar te beginnen —
met een adem.
Met een moment.
Met een nacht —
waarin u eindelijk rust.
Veelgestelde vragen
1. Als ik ‘s avonds eet, krijg ik dan diabetes?
Nee.
Eén keer ‘s avonds eten = geen risico.
Het gaat niet om wat u eet —
maar om hoe vaak, waarom, en onder welke omstandigheden.
Een stukje fruit ‘s avonds na een lange dag —
is geen risico.
Een zak chips elke avond uit stress —
is een patroon.
En dat is wat we zien.
2. Moet ik mijn slaap op 8 uur zetten?
Niet als u dat niet kunt.
Sommige mensen hebben 6 uur nodig.
Sommige mensen slapen beter in korte blokken.
Het gaat niet om het aantal uren —
maar om de regelmaat.
En de rust.
3. Is dit een “gezondheidstips”-artikel?
Niet als u het zo wilt zien.
Het is een menselijk verhaal.
Over hoe we ons lichaam vergeten —
en hoe we het weer kunnen zien.
4. Wat als ik het niet geloof?
U hoeft het niet te geloven.
U hoeft het alleen maar te lezen —
en dan kijken:
Wat voelt het in u?
5. Moet ik dit elke dag doen?
Nee.
Doe het wanneer u het nodig heeft.
Soms is het één keer.
Soms is het nooit meer.
Dat is goed.
6. Wat als ik het doe — en ik huil?
Dan heb je het begrepen.
Niet door je hoofd.
Maar door je hart.
En dat —
is meer dan genoeg.
7. Wat als ik mezelf verlies — en het is te laat?
Als je jezelf verloren hebt —
dan is het niet te laat.
Het is het begin.
Want nu weet je:
Je zult niet meer zoeken naar perfectie.
Je zult leren om jezelf te zien —
zoals je bent.
8. Wat als ik dit lees — en ik meen het?
Dan ben je al terug.
Niet bij de gewoontes.
Maar bij jezelf.
En dat —
is het enige wat ooit echt telt.
